Het Biodiversiteitsverdrag is uniek in vele opzichten: het verbindt ecologische, economische en sociale vraagstukken en is daarmee een van de verst-reikende internationale overeenkomsten ooit gesloten. Het verdrag werd tijdens de milieutop in Rio de Janeiro (1992) door een recordaantal van 156 staten ondertekend. En al 18 maanden daarna, alweer een record, trad het Biodiversiteitsverdrag in werking. Momenteel zijn 182 landen partij; slechts enkele staten houden zich afzijdig.

De hoofddoelstellingen van het verdrag zijn drieërlei:

  • Behoud van biodiversiteit
  • Duurzaam gebruik van biodiversiteit
  • Rechtvaardige verdeling van genetische bronnen

Het Biodiversiteitsverdrag kent ’traditionele’ verdragsmechanismen zoals financieringsmethoden en multilateraal overleg. Maar het bevat ook twee innovatieve middelen om deze doelstellingen te verwezenlijken: ten eerste zouden de doelstellingen van het verdrag moeten worden opgenomen in internationale overeenkomsten over de wereldhandel, de landbouw en de exploitatie van de zee. Zo worden die overeenkomsten toetsbaar op het aspect biodiversiteit. Een tweede innovatie betreft de erkenning dat traditionele, lokale kennis een wezenlijke rol speelt in het halen van de doelstellingen.

Een belangrijk communicatiemiddel voor de partijen van het Biodiversiteitsverdrag is het zogenaamde “Clearing- House Mechanism” (CHM). Dit is een netwerk van nationale internet sites, dat de samenwerking tussen landen makkelijker maakt. De Nederlandse bijdrage aan dit netwerk, (NL CHM); en.biodiversiteit.nl, geeft een overzicht van wat er in ons land op het gebied van biodiversiteit en het verdrag speelt.

De voortgang van het verdrag wordt besproken op de tweejaarlijkse Conferentie over Biodiversiteit. De werkzaamheden van de conferentie worden voorbereid en ondersteund door een secretariaat in Montreal, Canada.