Armoede is een veelkoppig monster, dat zijn tanden ook in de biodiversiteit heeft gezet. Aantasting van biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen bedreigt het levensonderhoud van grote groepen arme mensen die daar voor hun levensonderhoud van afhankelijk zijn.

Ontbossing is een van de grootste bedreigingen voor arme bevolkingsgroepen.Bossen zijn een belangrijke bron van inkomen, energie en voedsel. Dat geldt voor mensen voor wie het bos hun directe leefomgeving is. Ontbossing heeft een onmiddellijk effect op hun levensonderhoud en bestaansmiddelen. Maar ook stadsbewoners en vissers hebben van ontbossing te lijden. Bossen zijn als ecosysteem van wezenlijk belang voor het behoud van biodiversiteit en voor de regeling van het klimaat.

Ook de degradatie van droge ecosystemen – zoals savannes en woestijnen – en van wetlands – kraamkamers van onder andere vis, schaal- en schelpdieren – heeft potentieel grote gevolgen voor arme bevolkingsgroepen in vooral de ontwikkelingslanden.

De relatie tussen armoede en verlies van biodiversiteit is ingewikkeld maar onmiskenbaar. Vandaar dat het Biodiversiteitsverdrag grote aandacht besteedt aan het combineren van de noodzaak tot armoedebestrijding met de even noodzakelijke zorg voor de natuur.